
Vlieglessen
Het modelvliegen is een leuke, uitdagende sport. Als piloot je model te starten, figuren vliegen, thermiek zoeken en tot slot behouden te landen. Als beginner een enorme uitdaging. Maar hoe moet je beginnen? Welk model? Kant en klaar kopen, een bouwdoos of toch maar een koopje van Marktplaats? Zwever, elektrozwever of een motormodel? En ook de keuze van de besturingsapparatuur is overweldigend. Een goed advies is dan zeker welkom! De leden van onze Modelvliegclub MCZ kunnen je helpen een keuze te maken. Vliegen met een modelvliegtuig ziet er vaak zo probleemloos uit, maar is het niet. Dus kom eerst eens bij de MCZ kijken op het veld of op een praatavond om je wensen te bespreken en te kijken of deze hobby echt iets voor je is. Het is meestal mogelijk voordat je iets gaat kopen om eens een zender vast te houden en even te vliegen met het model van een clublid. En wanneer je besluit lid te worden van onze vereniging is het zelfs mogelijk een clubmodel in bruikleen te krijgen.
Of kan je mogelijk van een clublid een tijdje een zender en ontvanger lenen. Belangrijk is ook direct een goede keuze te maken bij het kopen van een zender, zodat je niet na aanschaf erachter komt dat er te weinig mogelijkheden ter beschikking staan.
Bij de MCZ kunnen nieuwe leden vliegles krijgen om het veiligheidsvliegbrevet te halen. Na het verkrijgen hiervan mag je onbegeleid vliegen, dan ben jij de gezagvoerder van jouw vliegtuig. Dan kun je zelf bepalen wanneer je start, welke figuren je vliegt en wanneer je landt.
MCZ vliegt alleen met zwevers en elektrozwevers
Verbrandingsmotoren zijn i.v.m. geluidoverlast verboden. Dat verbod geldt ook voor het vliegen met modellen welke een buitensporige geluidsproductie vertonen zoals impellor vliegtuigen en lawaaierige drones. Wij willen geen problemen met de omwonenden, onze vliegterreinen zijn de weiden aan de Klompenhorstweg in Didam en het Rozendaalse veld in Rheden. Grondstarts zijn dus niet mogelijk. Al onze leden vliegen met een zender mode 1 (zie onderstaande afbeeldingen). Om les te kunnen krijgen is het vliegen met mode 1 essentieel.
Het lessen
Veiligheid bij het vliegen is heel belangrijk. Tijdens de opleiding leer je hoe je hiermee omgaat, over de controles vóór de start, de afstelling van je model, hoe je de juiste ligging van het zwaartepunt bepaalt, hoe je ziet wanneer je een thermiekbel invliegt, een landingscircuit oefenen en nog veel meer. Je krijgt normaal les van meerdere vliegers. Hoort welke afspraken er gelden voor het gebruik van het veld. Hoe je zonder schade omlaag komt uit een thermiekbel, hoe je weet of je naar je toe of van je afvliegt. Maar onthoud: goed vliegen leer je pas door vaak te vliegen. Pas wanneer je het starten, vliegen en landen goed onder de knie hebt mag je afvliegen. Belangrijk is dat je zelf ook het vertrouwen hebt dat je het kunt. Dan wordt het risico op een crash een stuk kleiner. Helaas gaat ieder model vroeg of laat wel eens stuk. Door een besturingsfout, een aanvaring in de lucht, heel vaak bij transport, de oorzaak kan uiteenlopend zijn maar repareren van een modelvliegtuig hoort ook bij onze tak van sport. Daarom is het belangrijk dat je zelf een reparatie kan uitvoeren. De eerste tijd kan de MCZ je daarbij ondersteunen. Een goed begin kan zijn om met een bouwdoos jouw model zelf in elkaar te zetten. Dan leer je hoe een vleugel en romp wordt opgebouwd, welke lijm daarvoor geschikt is en hoe de vleugel moet worden bekleed. En hoe de motor, servo’s, ontvanger en andere elektrische componenten op hun plek moeten worden ingebouwd. De juiste aansturing van hoogte-, richting– en eventueel rolroeren. Het programmeren van de zender is ook een belangrijk punt. En dat er altijd vóór het starten van je model eerst gecontroleerd moet worden of alle roeren wel werken en ook heel belangrijk in de goede richting. De fail-safe functie welke in werking treedt bij verbreken van de ontvangst tussen zender en ontvanger kan ook een crash voorkomen. Goed geladen vliegaccu’s zijn vanzelfsprekend.
Gedrags- en veiligheidsregels
Teneinde het vliegen veiliger te maken gelden op ons vliegveld gedrags- en veiligheidsregels. Tevens geldt de afspraak dat alle piloten bij elkaar gaan staan, het zogenaamde vliegers kwartier. Iedereen heeft dan vrij zicht op zijn model want met onze 2,4Ghz zenders moet de zender “altijd zijn ontvanger moeten zien”. Om de medepiloten te waarschuwen dat je gaat vliegen of landen moet je normaal “start” of “landing” zeggen. Bij het betreden van het veld om jouw gelande vliegtuig op te halen is het gebruikelijk “man op het veld” te roepen. In de lucht komt het toch wel regelmatig voor dat 2 vliegtuigen elkaar dicht naderen. Afstand en vlieghoogte is moeilijk in te schatten, dus wanneer 2 modellen bij elkaar in de buurt komen geldt de afspraak dat er naar rechts wordt uitgeweken om een aanvaring te voorkomen. Op onze vliegterreinen geldt een maximale vlieghoogte van 300 meter. Dat is het voordeel dat onze MCZ bij de KNVvL is aangesloten, anders zou het 120 meter zijn. Vliegen doe je normaal voor je tegen de wind in. Een model boven je hoofd kan je moeilijk zien hoe deze zich gedraagt, een duikvlucht merk je dus pas heel laat.
Het vliegbrevet
Elders op de website kan je lezen dat er 3 vluchten van tenminste 3 minuten met landing dicht bij de startplaats gemaakt moeten worden. Geen al te grote opgave, maar het belangrijkste is te laten zien dat je echt de controle over je model hebt. Vliegen in rustig weer of bij matige wind geeft al veel verschil. En ook ieder vliegtuig heeft weer andere vliegeigenschappen. Maar daar kom je dus pas achter bij het vliegen. De MCZ organiseert ieder jaar een aantal clubwedstrijden waarbij het gezellig samen vliegen voorop staat. Een van de onderdelen is een doellanding, ook hier worden onze vaardigheden verbeterd.
Zoals in het begin gezegd: het vliegen met een modelvliegtuig is en blijft een uitdagende sport!